Over Thorn en omgeving
Over Thorn en omgeving
Thorn is met haar beroemde witte huizen en het beschermde dorpsaanzicht al een bezienswaardigheid op zich zelf. Ontdek Thorn en haar omgeving zelf. Hieronder vind je meer informatie over Thorn en de diverse bezienswaardigheden in Thorn en de nabije omgeving.
Korte Geschiedenis van Thorn
Graaf Ansfried, die getrouwd was met Hilsondis, stichtte omstreeks 990 n.c. dicht bij de Maas een klooster voor benedictinessen. Ansfrieds dochter, Benedicta, werd van dit klooster de eerste abdis. Deze Abdij van Thorn ontwikkelde zich vanaf de 12e eeuw tot een wereldlijk stift; een kloostergemeenschap waarin de orderegels vrijzinnig werden geïnterpreteerd. In het Damesstift konden alleen ongetrouwde vrouwen uit de hoge adel intreden. Vrouwen binnen de orde die wel wilden trouwen, woonden buiten de kloostermuren in eigen huizen. Veel woningen van deze Stiftdames zijn bewaard gebleven, zoals het uit 1648 afkomstige Huis met de drie kogels. In de achttiende eeuw werd het vorstendom Thorn zo een pleisterplaats voor de hoogadellijke dochters van de Europese rijksvorsten en -graven. Ze werden er klaargestoomd voor een huwelijk met een man van stand.
Het stift groeide uit tot een klein zelfstandig vorstendom, het Abdijvorstendom Thorn. Dit was het kleinste soevereine staatje binnen het Heilige Roomse Rijk. Tot het Land van Thorn behoorden Thorn, Ittervoort, Haler, Grathem, Stramproy, Baexem en Ell.
In 1007 verkreeg Thorn markt- en tolrecht. In de 13e eeuw werden stadsrechten verleend. Het stadje werd gedeeltelijk omwald. Binnen de omwalling lag een ommuurd gedeelte, de immuniteit, die toebehoorde aan de abdij. Verder was er een burgerlijk centrum en in het noorden werd landbouw bedreven.
In 1645 vond een stadsbrand plaats waarbij vele huizen verloren gingen.
Het Witte Stadje Thorn
Onder de Fransen kreeg Thorn zwaar te lijden. Toen kreeg Thorn ook zijn kenmerkende witte kleur. Nadat de adellijke dames in 1794 gevlucht waren, voerden de Fransen een belasting in op basis van de omvang van de ramen. De arme bevolking, vaak wonend in grote panden, die voorheen hadden toebehoord aan rijke lieden, kon deze niet opbrengen. Om de hoogte van de belastingaanslag te beperken, metselde men de ramen dicht. Met het doel deze bouwsporen (“littekens van de armoede”) te verbergen, werden de huizen wit gekalkt.
Door die witte huisjes en de rust van de stad werd Thorn al gauw geliefd bij kunstenaars en toeristen. Bij de deling van de provincie Limburg in 1839 bleef Thorn bij Nederland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Thorn op 25 september 1944 door het Belgische leger bevrijd. In de tweede helft van de 20e eeuw breidde Thorn uit met een woonwijk ten noorden van het stadje. In 1973 kreeg de oude kern van Thorn nationale erkenning en werd het aangewezen tot beschermd stadsgezicht.
Op 1 januari 2007 werd Thorn samengevoegd met de andere gemeenten Maasbracht en Heel tot de nieuwe gemeente Maasgouw.